Gevaarlijkste sport ter wereld

Polo ijshockey te paard heeft het imago van een
elitesport. Daar willen de spelers zelf van af. Het is juist voor
mannen en vrouwen die tegen een stootje kunnen.
De Argentijnen zijn klein van stuk en gedrongen, en ze hebben
gelooide, diepgebruinde gezichten met harde ogen, zoals het hoort bij
mannen van het buitenleven. Een aantal staat langs de rand van het
immense, zes voetbalvelden grote speelveld de wedstrijd te observeren,
terwijl ze reservepaarden bij de teugels vasthouden. Anderen komen
aangedraafd uit de richting van de stallen op alweer verse paarden. Ze
zitten hoog in het zadel en rijden alsof ze hun leven lang bijna niets
anders hebben gedaan, wat vaak ook het geval is.
Argentinië domineert al tientallen jaren de polosport, en als
helpers en verzorgers van kampioenen horen deze mannen bij een speciale
kaste in dit miniuniversum. Uiteindelijk zijn het de spelers die het
balletje tussen de doelpalen slaan, maar de helpers zorgen ervoor dat
er altijd een vers paard klaarstaat voor een tussentijdse wissel, dat
het zadel goed zit en dat de teugels bevestigd zijn. Het paard maakt de
polospeler en daarom is de man die het paard prepareert bijna net zo
belangrijk als de man die het paard bestijgt.
Men kan zich misschien een voorstelling maken van het soort publiek
dat polowedstrijden bezoekt, maar de Argentijnse verzorgers vallen uit
de toon op de Dutch Polo Masters op Polo Club Vreeland. Ze dragen half
afgezakte spijkerbroeken en verwassen T-shirts waarop nog net een
merknaam te lezen is, of een aankondiging van een ander polotoernooi.
De meesten hebben dik, zwart en lang krullend haar, dat ze in een
paardenstaart dragen.
De paarden zijn van hetzelfde type als de verzorgers klein,
krachtig gebouwd en trots. Een paard wordt voor een polowedstrijd
speciaal geprepareerd. De manen zijn geschoren, zodat de speler goed
zich heeft op een bal en de stick niet verstrikt kan raken in de haren.
Om dezelfde redenen bindt men de staart op, soms met een zogenaamde
Argentijnse knoop, maar veel vaker gewoon met een stuk tape. Om de
benen wikkelen de verzorgers voor de wedstrijd zwachtels, en veel
paarden dragen ook nog eens peesbeschermers en zogenaamde
springschoenen, die om de hoeven zitten.
De ruiters dragen stevige, hoge laarzen, witte broeken, dikke
kniebeschermers, shirts in de kleuren van hun team en een helm met een
uitzonderlijk brede klep. De veiligheidsbril is standaard, want polo is
bepaald niet ongevaarlijk; de sport is het Formule 1-racen zelfs
voorbijgestreefd als de gevaarlijkste sport ter wereld. Deze dubieuze
eer wordt gekoesterd door de spelers zelf, die het beeld van
elitesport willen bijstellen. Polo, benadrukken ze, is voor mannen en
vrouwen die tegen een stootje kunnen.
Het is ijshockey te paard, zegt Martijn van Scherpenzeel,
initiatiefnemer van de Dutch Polo Masters. Er mag veel in het contact
tussen tegenstanders, de paarden gaan met een snelheid van 60 kilometer
per uur over het veld, en de bal bereikt soms snelheden van 200
kilometer per uur. Dan gebeurt er natuurlijk wel eens een ongelukje. En
je kunt je voorstellen dat het niet prettig is om in volle galop te
vallen, en dan ook nog eens het risico te lopen dat je een paard van
600 kilo over je heen krijgt.
Op de zonovergoten zondag in Vreeland gebeuren er geen ongelukken,
maar als het spel zich verplaatst naar de zijde waar het publiek zich
heeft verzameld, is goed te zien en te horen dat het er stevig aan
toegaat. Twee tegenstanders achtervolgen de bal zij aan zij in
vliegende galop. Het paard dat zich aan de buitenkant bevindt, wordt
steeds meer naar de rand geduwd, en schuurt ten slotte duidelijk
hoorbaar met een been langs de twintig centimeter hoge, houten rand die
het speelveld begrenst. Het paard dreigt te vallen, een Argentijnse
speler vloekt in het Spaans, het publiek langs de kant deinst
geschrokken achteruit, maar dan heeft het dier zijn evenwicht alweer
hersteld en haalt men langs de kant opgelucht adem..
De ruiters vormen de elite van het polo, als ze hun helmen afzetten
is er opeens weinig meer dat ze van de helpers onderscheidt. Ze brommen
korte commentaren, onderwijl de paarden en elkaar bekloppend. En als de
ruiters zijn afgestegen, blijkt dat ze ook op dezelfde manier lopen als
de helpers; een beetje houterig, sommigen trekkebenend vanwege de
blauwe plekken en beurse ledematen, en met kromme benen door een leven
lang te paard. Paarden zijn van hetzelfde type als de verzorgers:
klein, krachtig en trots.