"We kunnen geen buitenaards leven vinden omdat het uitgestorven is"

Onderzoekers vinden meer en meer bewijs van bewoonbare planeten, maar van buitenaards leven is nog steeds geen enkel spoor gevonden. Logisch, schrijven twee Australische astrobiologen in een paper in het vakblad Astrobiology. "Als er al leven is, sterft het waarschijnlijk heel snel uit."

"Het heelal zit wellicht boordevol bewoonbare planeten", schrijven Aditya Chopra en Charley Lineweaver van de Australian National University in hun paper. "Dus denken veel wetenschappers dat het moet wemelen van de aliens. Maar jong leven is fragiel, en we denken dat het zelden genoeg evolueert om te kunnen overleven."

Zo'n vier miljard jaar geleden waren zowel de aarde als Venus en Mars mogelijk allemaal bewoonbaar. Maar jonge planeten zijn instabiel, en ongeveer een miljard jaar na het ontstaan werd Venus een broeikas en Mars een ijsblok.

Omgeving stabiliseren

"Om een planeet bewoonbaar te houden, moeten levensvormen broeikasgassen reguleren om de oppervlaktetemperatuur stabiel te houden", stelt de paper. "Het leven op aarde heeft waarschijnlijk een belangrijke rol gespeeld in de stabilisering van het klimaat." Als er op dat moment op Mars of Venus al micro-organismen waren, dan waren die wellicht niet genoeg ontwikkeld om de snel veranderende omgeving te stabiliseren.

"Het mysterie waarom we nog geen tekenen van aliens gevonden hebben, heeft misschien minder te maken met het ontstaan van levensvormen maar alles met het feit dat die er niet in slagen hun omgeving te stabiliseren", luidt het.

Volgens de onderzoekers biedt hun theorie mogelijk een verklaring voor de Fermiparadox. Fysicus Enrico Fermi wees al in 1950 op het contrast tussen de statistische waarschijnlijkheid van het bestaan van buitenaards leven en het gebrek aan bewijs daarvoor.