De Munt, Bozar en het Nationaal Orkest moeten fors besparen

De drie grote federale cultuurinstellingen De Munt, Bozar en het Nationaal Orkest moeten gaan besparen. "Het begin van een ware culturele black-out", zegt Peter de Caluwe, algemeen directeur/intendant van De Munt, vandaag in een opiniestuk op de website van De Morgen.
De federale administraties, waartoe de culturele instellingen De Munt, Bozar en het Nationaal Orkest worden gerekend, krijgen een besparing opgelegd van 4 procent op personeel en 20 procent op werking, en dit met ingang van 1 januari 2015 en met een verhoging van nog eens 2 procent in elk jaar erna tot en met 2019, schijft de Caluwé. Voor De Munt betekent een en ander een inlevering van 2,93 miljoen euro die de facto over drie maanden ingaat.
"Een nooit eerder vertoond schouwspel en potentieel een aanleiding om niet langer 'schouwspel' aan te bieden. Het begin van een ware culturele black-out", luidt het.
"Het moge duidelijk zijn: van onze kant hebben we er alles aan gedaan om in deze opdracht te slagen en onze steen bij te dragen. De moeilijke periode van 2009 tot en met 2014 werd telkens weer met een budgettair evenwicht afgesloten. Wij hebben ons volledig aan de afspraak van ons protocol gehouden en zijn binnen onze portefeuilles gebleven. De overheid daarentegen geenszins; ze legde ons elk jaar opnieuw onverwachte structurele kortingen op waardoor we inmiddels bijna 20 procent aan investering hebben ingeboet."
|